Stichting Ammodo, Voor kunst, architectuur en wetenschap

Annet Lekkerkerker

over de vitaliteit van het Holland Festival

Annet Lekkerkerker

Als Productiepartner ondersteunt Ammodo jaarlijks een aantal internationale coproducties en eigen initiatieven van het Holland Festival. Deze producties worden gepresenteerd onder de noemer Ammodo x Holland Festival.
Wat zijn de voorwaarden voor een vitaal en kwalitatief hoogstaand podiumkunstenfestival? Ammodo sprak hierover met algemeen directeur Annet Lekkerkerker.

National Changguek Company of Korea, Holland Festival 2018, foto: National Theater of Korea

Het Holland Festival is al bijna 71 jaar oud maar oogt vitaal en staat met beide benen in het nu. Wat is het geheim?

Nieuwsgierigheid. Het Holland Festival is een internationaal festival met een open blik naar de wereld. Het bracht grote sterren als Maria Callas naar Amsterdam, maar is ook altijd op zoek naar nieuwe vormen. De behoefte aan andere geluiden, het voortdurend oprekken van wat je al kent, dat is wat ik belangrijk vind en wat de hele organisatie kenmerkt. We vragen ons steeds af: waar schuurt het, wat moeten we nu laten zien? Die mentaliteit is het fundament van het festival. In een verloren uurtje kijk ik graag naar de beeldfragmenten uit ons archief die op de website staan. Zo stuitte ik onlangs op een werk van John Cage en Merce Cunningham, dat in 1970 op het festival te gast was. Daarin leest Cage al rokend en drinkend voor uit een dagboek terwijl wordt gedanst op zijn woorden, zonder muziek. Ik vind dat nu nog opwindend. Tegenwoordig kijken we wat betreft vormvernieuwing niet snel meer ergens van op, maar nog altijd zoeken we naar enerverende voorstellingen. Dit jaar hebben we bijvoorbeeld Saigon van de Franse regisseur Caroline Guiela Nguyen. Dat gaat over traditie en vernieuwing binnen een gemeenschap. Hoe houd je vast wat je wilt behouden in een wereld die verandert? De vorm schuurt tegen het melodrama aan. Dat geldt ook voor Trojan Women van National Theatre of Korea: het heeft een enorme emotionele zeggingskracht. Voor het Nederlandse publiek is dat interessant omdat onze omgang daarmee niet vanzelfsprekend is.

Saigon, Holland Festival, 2018, foto: Jean Louis Fernandez

Wat vinden kunstenaars zelf van het festival?

Over het algemeen spelen ze graag op het Holland Festival omdat ze ons publiek fantastisch vinden. Het is open en nieuwsgierig, maar ook kritisch. Dat heeft denk ik te maken met de hoge standaard in Nederland. Ondanks de bezuinigingen, die de komende jaren gelukkig een beetje worden gerepareerd, is het niveau van uitvoerenden in Nederland nog heel hoog. Omdat het grootste deel van ons publiek ook door het jaar heen naar theater of concertzaal gaat, verwachten ze van ons verrassing en hoge kwaliteit. We kennen het publiek vrij goed, maar zij ons ook en ze laten het ook weten als ze het onder de maat vinden. Toen ik nog niet zo lang hier werkte had ik een ontmoeting met één van onze vaste bezoekers en donateurs. Hij mopperde over een concert dat hij vreselijk vond maar liet me ook weten dat een teleurstelling erbij hoorde, en dat het vaak juist deze gebeurtenis was die hij zich vijf jaar later nog kon herinneren. Dat is ook een van onze uitgangspunten: risico nemen. We programmeren soms werk dat nog niet af is of nog gemaakt moet worden en heel soms valt het tegen. Dat hoort bij de Holland Festival ervaring. Een kunstenaar kan niet altijd op de toppen van zijn kunnen zijn.

Maar teleurstelling of boosheid kan toch ook andere redenen hebben dan tegenvallende kwaliteit?

Zeker. Een festivaleditie is voor mij pas geslaagd wanneer er voorstellingen tussen zitten waar publiek en media heel wisselend op reageren. Kent de ene krant twee sterren toe en de andere vier, dan hebben we het goed gedaan. Je wilt die uitschieters omdat er dan ook een inhoudelijk gesprek ontstaat. Ik vind dat gesprek over wat mensen hebben meegemaakt ongelofelijk belangrijk.

Hoe zorg je ervoor dat je, in deze tijd van het snelle oordeel, als festival aan dat inhoudelijke gesprek kunt bijdragen?

Het is ons beleid om publiek zo ontvankelijk mogelijk te maken voor de kunstervaring. Dat begint met wat je uitstraalt. Het uitgangspunt is dat het Holland Festival je blik en wereldbeeld een beetje kantelen. Onze teksten zijn op een uitnodigende toon geschreven en de gebouwen en medewerkers moeten er open en vriendelijk uitzien. En vervolgens gaat het natuurlijk over de inhoud en om goede programmaboekjes, inleidingen en nagesprekken. Tijdens het festival sturen we bijna dagelijks nieuwsbrieven. De reflex is dan om  vooral positieve recensies te citeren maar we zoeken naar de quote die het meeste zegt over de voorstelling, ook als dat iets negatiefs is. Iets niet goed vinden wil niet zeggen dat het als ervaring slecht was. Als we in gesprek gaan met het publiek proberen we boven tafel te krijgen wat mensen hebben beleefd. Voor wat minder ervaren kijkers zoals de HF Young bezoekers organiseren we ook borrels. Daarop kreeg ik eerst kritiek, zo van geef ze gratis bier en dan komen ze wel, maar als je een drankje aanbiedt is de kans groot dat mensen langer blijven en ervaringen uitwisselen. Het opschorten van een oordeel is belangrijk want pas door erover te praten kom je erachter wat je mening is. We zijn ervan overtuigd dat goede kunst van toeschouwers beschouwers maakt. Dit gebeurt wanneer een kunstwerk je dwingt om een relatie te leggen tussen jezelf en het werk, maar ook tussen jezelf, je buurvrouw in de zaal en/of de wereld buiten. Dat is ook het verschil tussen kunst en amusement. Dit laatste kan een geweldige ervaring zijn maar het verandert niet je mens- of wereldbeeld. Een goede voorstelling kan gedachten en gevoelens over iets, waarover je dacht een rotsvast oordeel te hebben, doen kantelen.

Richters Patterns, Holland festival 2018, foto: Lukas Hellermann

Voor de editie van 2019 heeft Holland Festival twee ‘associate artists’ aan zich verbonden: William Kentridge en Faustin Linyekula. Hoe kunnen we deze ontwikkeling beschouwen?

Deze vorm past voor nu het best bij onze werkwijze. We vinden het belangrijk om kort op de bal te spelen, we kunnen nu nog niet zien wat in de toekomst relevant en urgent is. Daarom wordt onze programmering ook pas een half jaar voor het festival definitief. We hebben twee ontzettend goede programmeurs, Jochem Valkenburg en Annemieke Keurentjes, met veel kennis en een uitgebreid netwerk, maar we hebben ook behoefte aan een specifieke invalshoek. We zijn al langer aan het kijken naar hedendaagse Afrikaanse podiumkunst. Dat werk is hier nog erg onbekend maar het heeft een bepaalde vitaliteit en focus waar we het publiek graag mee laten kennismaken. Werken met deze twee kunstenaars biedt de mogelijkheid om hun nieuwe werk te coproduceren en daarnaast wellicht artistieke ontwikkelingen uit hun landen van herkomst (Zuid-Afrika en Congo) te tonen. Of we kunnen werk presenteren van kunstenaars die zij interessant vinden en graag willen uitlichten. Over dergelijke mogelijkheden zijn we nu met hen in gesprek.

Je spreekt over coproduceren, wat is dat precies en waarom doet Holland Festival het?

Voor ons is dat een natuurlijke vorm van betrokkenheid bij de ontwikkeling van nieuw werk en de betreffende kunstenaar. We zijn ‘artist-driven’, wat wil zeggen dat we de kunst en de kunstenaar volgen en dus niet met een minimum aantal voorstellingen per discipline of een vooraf gesteld thema werken. Als kunstenaars met wie we in gesprek zijn nieuwe, of grootse plannen hebben, dan worden we soms gevraagd om geld in te brengen in het maakproces. Die bijdrage is belangrijk want ze stimuleert een ontwikkeling. Maar er zijn ook minder zichtbare bijdragen. Soms stellen we ons netwerk ter beschikking of wisselen programmeurs tips en kennis uit, zodat goede matches ontstaan. Op dit moment werken we samen met Arno Schuitemaker. Hij zet een stap in zijn ontwikkeling door werk te maken voor een grotere zaal en nieuw publiek. We helpen met produceren en hebben hem gekoppeld aan lichtontwerper Jean Kalman. Zoiets ziet wellicht niemand, maar het is belangrijk omdat je een kunstenaar daarmee een artistieke impuls kunt geven. En bij grote producties van vermaarde makers moet je soms simpelweg bijdragen om ze te mogen tonen. Maar op het moment dat je financieel bijdraagt, is er ook altijd een artistieke betrokkenheid.

The way you sound tonight, Holland Festival 2018, foto: Hélène Boyer

Waarvan lig je wakker als je aan de toekomst van het festival of de podiumkunsten denkt?

Gelukkig komt dat niet vaak voor. Maar ik maak me wel eens zorgen over de snelheid waarmee mensen zeggen ‘ik vind dit stom’. Goed leren kijken en luisteren zijn burgerschapsidealen, daarom vind ik kunst zo belangrijk. Het vraagt je stil te zitten, ook al word je voortdurend afgeleid. We moeten meer moeite doen om ontvankelijk te blijven. Ik merk het zelf ook, een artikel vind ik nu eerder lang dan vroeger. Daarnaast maak ik me zorgen over de wat eenzijdige samenstelling van ons publiek. Ik ben wat dat betreft een missionaris, ik vind het belangrijk om op een open manier met de kunst, de wereld en elkaar om te gaan. We zitten middenin Amsterdam maar zien dat nog niet genoeg terug in onze zalen. Dus moeten we voortdurend op zoek naar nieuw publiek. Daartoe moet je ook een goede mix maken in de programmering. We hebben nu bijvoorbeeld een opera van Toshi Reagon, over etniciteit, gender en de toekomst van de mensheid op een compositie die een weerslag is van 200 jaar Amerikaanse zwarte muziek. Het is ontzettend belangrijk dat voorstellingen worden gemaakt over deze verhalen, over hoe je energie en vertrouwen houdt wanneer mensen worden onderdrukt. En als je mensen op de juiste manier verleidt te komen kijken of luisteren, dan vinden ze het vaak fantastisch. Dat is niet alleen een kwestie van marketing, het is arbeidsintensief en gaat langzaam, mens voor mens, groepje voor groepje. Ik heb ooit geleerd dat je moet proberen zoveel mogelijk publiek naar een voorstelling te krijgen dat zoveel mogelijk van die voorstelling geniet. Dat betekent dat 200 man soms beter is dan een volle zaal voor wie het de plank mis slaat. Het gaat om de kwaliteit van de verbinding tussen het werk en de bezoeker, die moet inhoudelijk en zinvol zijn. Als dát lukt dan zit het goed. Dat is het geheim.

Holland Festival 2018 vindt plaats van 7 juni tot en met 1 juli in Amsterdam. Lees hier meer.