Rond 1500 bloeit de portretkunst als nooit tevoren. Grote renaissancekunstenaars leggen op het hoogste artistieke niveau machtige keizers, flamboyante aristocraten en welgestelde burgers vast. 500 jaar later kijken we de geportretteerden nog altijd in de ogen. Kunstenaars als Holbein, Dürer, Memling, Veronese, en Cranach deden het ieder op hun eigen manier, de opdracht ingegeven door de functie die het portret moest hebben. In de grote najaars-tentoonstelling Vergeet me niet belicht het Rijksmuseum de verhalen van de geportretteerden. Wat waren hun ambities? Hoe wilden zij herinnerd worden?

rijksmuseum.nl